Weer om wat te schrijven….

Vanmorgen weer vroeg uit de veren , gelijk maar met Debby om boodschappen was nog te donker om de kooien schoon te maken. Afgelopen week dagdienst gedraaid , wat in deze tijd niet ideaal is om de duiven zelf te verzorgen. De duiven zijn nog niet helemaal klaar voor de kweek dus wachten we nog even. Heb deze periode wel een paar duiven met een nat oogje gehad wat normaal niet zo vaak voorkomt. Maar dit moet zelf over gaan , zoniet einde oefening. Het is nu wel mooi om te horen en te zien wat er afgelopen jaar allemaal is gebeurd hier op duivengebied. Nog nooit zo hard gespeeld als afgelopenjaar , maar ook één van mijn beste duivenvrienden verloren. J.Rockx was ook in deze tijd zeer gedreven en dat motiveerde ons beide (drieen) Musketiers. Want in de winter moet de basis voor het komendseizoen gelegd worden. Helaas zal dit nooit meer zijn als vroeger……. We zullen dit een plaats moeten geven en nog zolang het kan genieten van onze geweldige hobby. En daar horen ook zeker tegenslagen bij . Hoop dat er op duivengebied niet teveel randzaken blijven spelen , en dat we gewoon een mooi programma met de duiven kunnen draaien. En dan vooral de duif in het algemeen op de 1e plaats zover mogelijk. Ga proberen om weer regelmatig een stukje te schrijven…of iets te plaatsen wat ik interessant vindt.

Dit stukje stond op de site van Ad Schaerlackens…( mooi om ook zelf terug te lezen )

Wat is dat toch? (04-12-23)

Wat is dat toch?

Hoe vaak hebben we in voorgaande jaren niet verlangd naar het weer van de afgelopen weken? Dus mooi helder weer en tegenwind?
Nu echter hebben velen er schoon genoeg van. Te vaak hetzelfde liedje, te vaak dezelfde winnaars en verliezers.
Aan de noordoostkant van je samenspel moet je met een in kracht toenemende NO wind niet ‘zitten’. Zoals met name in Goirle en Tilburg in Nederland.
Liefhebbers daar vallen onder de Afdeling Brabant 2000, de breedste afdeling (“provincie”) van het land en zitten ook nog eens op de verste afstand.
Nu hebben die Brabanders nog geluk dat ze geen Afdelingsconcoursen hebben. Compuclub (publiceert in Nederland digitaal uitslagen) gooit ze wel op een hoop, maken wel een gezamenlijke uitslag. En die leert dat heel de oostkant week na week weg geblazen zou worden. In Belgie is het op HaFo weinig anders. Naarmate afstanden groter worden lijkt de invloed van externe factoren minder.

ANTWERPEN
In Antwerpen had men zaterdag naast de gebruikelijke vlucht uit Sermaines, bijna 400 km. , nog vluchten uit Blois en Limoges.  Te veel van het goede als men het mij vraagt maar waarom zou men het mij vragen? Aan vluchten organiseren is te verdienen en waaraan te verdienen is laat men liefst zo.

De vroegste duiven in ZAV vielen in Vremde, Lier en Lint, helemaal in de voorvlucht. De winnende duif maakt 1.141 mpm voor 362 km.
Maar het kan van nog korter bij. De winnaar van de ‘hoofdprijskamp’ in Union woont in Sint Kathelijne Waver, een afstand van 348 km. Diens snelheid 1.163 mpm. Niets  ten nadele van die winnaars hoor.  Die zaten/zitten dikwijls genoeg in de hoeken waar  de klappen vallen met een wind die meestal zuidwest of zo is, dus in hun nadeel.
Maar nu dus even niet.

Dat voordeel en nadeel dat je kan hebben wordt nog eens extra benadrukt doordat de wind in de loop van de dag meestal toeneemt.
In  de voorvlucht dus dubbel de klos met wind mee, in de overvlucht met wind tegen.
Over het algemeen heft het over een heel jaar genomen elkaar op, zijn het na het seizoen veelal dezelfde kampioenen.
Maar met zo veel weken na elkaar steeds weer die NO wind? Hmm.
In Brabant 2000, dat grens aan Antwerpen speelde men uit Sens, enkele tientallen km verder. De logica volgend zou het in Nederland op die meer afstand nog trager moeten gaan.

NEDERLAND

Maar de werkelijkheid is anders. Tenminste ten dele. Ook daar de winnaars vooral op de kortste afstanden.  In Zuid Holland moesten de gekende coryfeeen noorden van Rotterdam hun meerdere erkennen in de voorvlucht. In Zeeland valt de vroegste duif in Zeeuws Vlaanderen, in Brabant 2000 in Roosendaal en ook in Limburg bezetten liefhebbers in de uiterste voorvlucht de ereplaatsen.
Nogmaals, respect voor die prestaties, zij spelen niet als enige in de voorvlucht en het betreft ook gekende namen met betere duiven.
Zo was de winnaar in Brabant 2000, J van Dongen uit Roosendaal, ook enkele weken terug fenomenaal. Won toen de eerste drie prijzen van meer dan 10.000 duiven, nu deed hij hetzelfde. Nooit gezien.
Hij ‘zit’ Inderdaad aan de westkant en ook in de voorvlucht, maar er zijn volop liefhebbers die nog meer westelijk wonen en ook korter.
‘De werkelijkheid was dus ‘ten dele’ anders, want met het overwicht van de voorvlucht houdt elke gelijkenis met Antwerpen op.

SENS
Brabant 2000, dus grenzend aan Antwerpen, vloog uit Sens, een kleine 400 km, iets verder dan Sermaises, en gelijk los met Antwerpen. Je zou verwachten dat, vanwege die meer afstand, de snelheid nog verder zou zakken omdat die bijna overal zakte naarmate meer kilometers gevlogen moesten worden.
Maar toen de duiven aan het vallen waren vertelde mijn telefoon me al dat de Nederlandse  duiven aanzienlijk sneller vlogen dan die van Antwerpen. Eerder genoemde van Dongen pakte 3 duiven nagenoeg tegelijk aan 1.233 mpm. Op een afstand van 381 km.
Dat scheelt nogal wat als je vergelijkt met de winnaars in Union en ZAV. De concoursduur in zijn club en in andere betere clubs in Zuid Nederland was ruim een half uur.

JA MAAR
‘Ja maar’, kan men opwerpen, ‘dat was wel van ongeveer dezelfde afstand (iets verder zelfs), ook op dezelfde tijd los, maar wel uit Sens, een andere richting.’
Helemaal waar. Maar nu wil het toeval dat men in Belgische Limburg ook uit Sens speelde en daar hetzelfde verhaal. Ook die duiven vlogen aanzienlijk trager dan de Nederlandse.

HOEZO
Ik schreef vaker het opvallend te vinden dat de Nederlandse duiven, althans die van afdelingen waarover ik kan mee praten vlotter naar huis komen dan de Belgische. Iets wat pas echt op valt als ze van hetzelfde station gelost worden.
Vanwaar dat verschil? Aan verschil in kwaliteit kan het niet liggen. Dan zouden er in Belgie,  al is het maar enkele duiven, ook die hogere snelheid aan moeten houden. Trouwens, in (Zuid) Nederland zijn er genoeg met ‘Antwerps soort’ onder de pannen.
Ik heb altijd gedacht dat twee nachten in Nederland de verklaring was. Vanwege beter uitgeruste duiven.
In het verleden was het in mijn woonplaats gebruikelijk dat wij donderdag in mandden voor een HaFo vlucht, in het tegenover ons gelegen Belgische clublokaal werd een dag later ingemand. Soms voor dezelfde vlucht. ‘Onze’ vluchten verliepen aanzienlijk vlotter en ik was er van overtuigd dat die 2 nachten mand er voor iets tussen zaten.
Maar hoe zeer ik abuit had bleek dit jaar. In Antwerpen werd het in 2023 voor HaFo immers ook twee nachten mand. Natuurlijk is het moderne Nederlandse vervoer beter. Men heeft de temperatuur, zuurstof en vochtgehalte meer onder controle. Toch geloof ik niet dat men het daar moet zoeken.

WAAR DAN WEL?
Een mens is een rationeel wezen. Die wil dingen verklaren en ik ben niet anders. Wat te denken van het volgende?
Van duiven is bekend en ook bewezen dat die sneller vliegen als ze met meer zijn.
Vijf duiven vliegen sneller dan een duif alleen.
Vijftig duiven vliegen sneller dan vijf duiven. Dit is geen aanname, dit is empirisch vast gesteld.
Dit weekend vlogen in Antwerpen de oude duiven uit Quievrain, Noyon, Sermaises, Blois en Limoges. Inderdaad, gekker moet het niet worden.
In het Nederlandse Noord Brabant met name had men EEN vlucht.
Ook door die versnippering vliegen in Nederland meer duiven. Zou dat die hogere snelheden en het snellere verloop verklaren?
In België deed men ooit proeven met het lossen van groepjes van vier duiven vlak na een nationale lossing. Dat waren duiven van topspelers. Toch vlogen die (veel) trager dan die van het nationale concours. Maar misschien zit ik weer fout en moet ook die mening bij stellen. Interessant is het alleszins.

 

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.